Op vrijdag 2 oktober publiceerde het Vlaams Energieagentschap de definitieve versie van het rapportonderdeel dat betrekking heeft op de onrendabele toppen en bandingfactoren voor projecten met een startdatum in 2016. Op pagina 20 en 21 vindt u het overzicht van de OT’s en bandingfactoren voor biogasinstallaties t.e.m. 5 MWe, en van de installaties van 5 tot 20 MWe.
We stellen vast dat voor cat. 5 (hoofdzakelijk mest- en/of land en tuinbouwgerelateerde stromen) de OT gedaald is tov het vorig rapport. Voor categorie 6 (GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie) en cat. 9 (overige vergisters) stijgt de OT t.o.v vorig rapport. Dit betekent in theorie dat meer steun nodig is voor het rendabel uitbaten van de vergistingsinstallaties. Door de aftopping van de bf tot één, blijft de steun via groenestroomcertificaten op hetzelfde niveau. Dit is een spijtige zaak voor de biogassector. Biogas-E vzw blijft van mening dat, met een bandingfactor die wordt afgetopt op één, nog weinig nieuwe investeringen zullen gerealiseerd worden in de vergistingssector.
Voor categorie 8 (vergisting van rioolwaterzuiveringsslib), wordt een negatieve OT bekomen, wat betekent dat de Bf nul is. Deze installaties zouden dus in de toekomst rendabel moeten gerund kunnen worden, zonder de steun van groenestroomcertificaten.
Dit rapportonderdeel en de reacties op het stakeholdercommentaar voegen we bij als bijlagen.