Biogas-E werd eind februari uitgenodigd bij het Departement Leefmilieu, Natuur & Energie (LNE), voor een verduidelijking i.v.m. de GPBV-installaties, en hun implicaties op de vergistingssector. Anaerobe vergisting valt onder rubriek 5.3. van de RIE (Richtlijn Industriële Emissie, 2010/75/EU). De bepalingen van de RIE zijn vertaald in VLAREM, en worden voor deze sector van toepassing op 7 juli 2015. Bestaande installaties, die door uitbreiding van bijlage I van de RIE, GPBV-installaties zijn geworden, moeten voldoen aan de RIE. Volgende wordt vermeld: “indien de behandeling van de afval beperkt blijft tot anaerobe vergisting, bedraagt de maximale capaciteit voor deze activiteit 100 ton/dag”. Indien er in de vergunning OBA als inputstroom wordt vermeld, wordt in Vlaanderen de totale capaciteit in beschouwing genomen, om de drempelwaarde te bepalen.
De drempel wordt overschreden als:
- De installatie vergund is voor > 36.500 ton/jaar.
- De installatie vergund is voor < 36.500 ton/jaar, maar indien in de milieuvergunning of in het aanvraagdossier een dagcapaciteit > 100 ton/dag vermeld wordt.
- In dit laatste geval kan de exploitant een juridische of technische beperking laten opnemen in milieuvergunning, om onder de GPBV-drempel te komen, met controlesysteem voor de toezichthouder.
Wat zijn de gevolgen voor de vergistingssector?
- Bij elke vergunningsaanvraag (nieuw of uitbreiding) m.b.t tot GPBV-rubriek, moet een bijlage D6 toegevoegd worden aan het aanvraagdossier. Indien niet kan de aanvraag als onvolledig worden verklaard.
- Er moet een situatierapport worden opgesteld (= oriënterend bodemonderzoek)
- Milieu-inspectie kan meer controles uitoefenen.
- Er moeten jaarlijks monitoring gegevens worden overgemaakt aan milieu-inspectie.
- Hier vind je een link naar de website van LNE, waar en lijst te vinden is met GPBV-installaties. http://www.lne.be/themas/vergunningen/gpbv-ippc/lijsten-van-gpbv-installaties
- De vergunningsvoorwaarden, opgenomen in de milieuvergunning voor GPBV-installaties, dienen gebaseerd te zijn op de BBT-conclusies beschreven in de BREF’s (Best Available Techniques, Reference document). De BREF Waste Treatment wordt verwacht in het derde kwartaal van 2015.Vanaf de publicatiedatum hebben de lidstaten en de exploitanten 4 jaar de tijd om te voldoen aan de voorwaarden. Vanaf de publicatiedatum zal VLAREM III worden voorbereid, de overheid heeft ongeveer 1 jaar de tijd om de BBT-conclusies om te zetten in VLAREM III en vervolgens nog 1 jaar om de vergunningen van alle installaties onder het toepassingsgebied van de BREF te evalueren. Doel is om de evaluaties afgewerkt te hebben binnen 2 jaar na de publicatiedatum. Vervolgens hebben de exploitanten nog ongeveer 2 jaar de tijd om eventuele aanpassingen door te voeren om te voldoen aan de BBT-conclusies. Na publicatie van de BBT-conclusies (Best Beschikbare Technieken), worden alle vergunningen door AMV geëvalueerd. Dit zal ten vroegste in 2018 zijn.