eigen_frontfoto

Belangrijkste punten uit het VEA informatiemoment over de recente wijzigingen voor biogasinstallaties

VEA

Op 30 maart vond het VEA informatiemoment plaats over de recente wijzigingen voor biogasinstallaties. Voornamelijk de mogelijkheden tot verlenging van de 10-jarige steunperiode voor biogasinstallatie kwam aan bod. Gezien veel installaties op het einde komen van hun steunperiode geeft het VEA duiding en tips bij het aanvragen tot verlenging. Hebt u na het lezen van dit artikel nog extra vragen? Neem gerust contact op via info@biogas-e.be.

De verlenging op basis van vollasturen

Biogasinstallaties met een startdatum voor 1 januari 2013 hebben recht op een verlenging van de 10-jarige steunperiode. Een eerste verlenging is mogelijk op basis van aantal vollasturen, een tweede en derde verlening op basis van een specifieke bandingfactor. De eerste verlenging is afhankelijk van de GSC(rest). De GSC(rest) wordt berekend als GSC(vollast) - GSC(uitgereikt), waarbij GSC(vollast) de som is van de maandelijks theoretisch haalbare GSC op basis van groen vermogen van de installatie en de vollasturen. GSC(uitgereikt) is de som van de werkelijk aantal maandelijks uitgereikte groene stroomcertificaten. GSC(uitegereikt) moet dus volledig gekend zijn vooraleer de berekening kan worden gemaakt. Hierdoor komt het dat het VEA pas na het einde van de initiële steunperiode de GSC(rest) waarde kan berekenen. De certificaatgerechtigde krijgt een brief van het VEA toegestuurd met een indicatieve berekening van de GSC(rest) waarde. Hierop kan de aanvrager in principe kiezen: een verlenging op basis van aantal vollasturen of een verlenging op basis van de specifieke bandingfactor. Echter, wanneer de verlenging op basis van de specifieke bandingfactor eerst werd aangevraagd, is nooit meer verlenging op basis van vollasturen mogelijk. Let op, GSC(rest)/GSC(vollast) moet groter zijn dan 5% om verlenging op basis van vollasturen te kunnen aanvragen.

De aanvrager moet zelf verlenging op basis van vollasturen aanvragen aan de hand van een begeleidend schrijven aan het team Monitoring en Evaluatie binnen het VEA (MET@vea.be). Bij de aanvraag moet een verklaring worden bijgevoegd waarom het aantal vooropgestelde vollasturen niet werd behaald. De verklaring moet minstens één paragraaf tot 1/2 A4 pagina bedragen. Een vermelding 'vanwege technische problemen' wordt niet als voldoende gezien. Wanneer GSC(rest)/GSC(vollast) > 33% is ook onderbouwing van deze afwijking noodzakelijk in de vorm van facturen en/of contracten. Bij de aanvraag kunnen ook voorgestelde correcties van de indicitieve berekening worden bijgevoegd. Indien de beslissing voor de verlenging op basis van aantal vollasturen negetief blijkt, kan de aanvrager een aanvraag indienen op basis van een specifieke bandingfactor.

Het VEA geeft nog enkele tips om de totale doorlooptijd bij het VEA te verkorten.

  • Richt de aanvraag rechtstreeks aan het team Monitoring en Evaluatie (MET@vea.be) en niet naar een algemeen mailadres.
  • Hoe vollediger het dossier bij de aanvraag, hoe korter de totale doorlooptijd. Vooral bij de onderbouwing waarom het aantal vollasturen niet werd behaald, loopt het stroef. Hier geldt hoe meer onderbouwing bij de initiële aanvraag, hoe minder kans op extra vragen.
  • De opmaak van het dossier kan al starten en worden voorgelegd aan het VEA voor het verlopen van de initiële steunperiode. Dossiers kunnen al behandeld worden, maar niet beslist. Dossiers die reeds het einde van de vorige steunperiode hebben bereikt, krijgen wel voorrang.

Indien de het dossier volledig is bij de aanvraag bedraagt de totale doorlooptijd bij VEA 2 tot 3 maanden.

Meer lezen?

Meer toelichting over de berekeningsmethode, welke informatie wordt opgevraagd bij verlenging en de te volgen procedure is beschikbaar via deze link.

Datum publicatie