eigen_frontfoto

Eenmalige compensatie voor pocketvergisters goedgekeurd

Pocketvergister

In navolging van de financiële compensatieregeling voor zonnepalen werd, naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof en de daaropvolgende vernietiging van het principe van de virtueel terugdraaiende teller, ook een regeling uitgewerkt voor niet-PV installaties, waaronder pocketvergisters met een maximaal elektrisch vermogen tot 10 kW. Biogas-E leverde in die context op basis van marktbevraging een overzicht aan van belangrijke parameterwaarden gelinkt aan een 9,7 kWe-vergister, zijnde de vastgestelde referentie-installatie in deze categorie. Op 10 september 2021 werd de regeling voor niet-PV installaties definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering (na eerdere principiële goedkeuringen).

Het goedgekeurde besluit stelt dat getroffen eigenaars van pocketvergisters, in dienst genomen vanaf 2018 en voor 2021, een eenmalige compensatie kunnen aanvragen die voor een referentie-installatie een rendement van 5% op 15 jaar garandeert. Op basis van enkele simulaties, die in samenwerking met Inagro werden uitgevoerd, lijkt een compensatie vanaf 2018 te verantwoorden. De hoogte van de mogelijke premie is niet enkel afhankelijk van het jaar van indienstname van de installatie, maar ook van het nominaal elektrisch vermogen en het jaar waarin de digitale meter werd of zal worden geplaatst. Onderstaande tabel toont de becijferde premie in € per kW nominaal elektrisch vermogen. 

Jaar van indienstname pocketvergister  < 2018 2018 2019 2020
Jaar van plaatsing digitale meter*

Premiehoogte in € per kW nominaal elektrisch vermogen

2006 - 2021 0 1202 1643 2015
2022 0 250 661 1002
2023 0 200 631 989
2024 0 147 601 976
2025 0 92 568 962

* of van een andere meter die injectie en afname afzonderlijk kan meten.

Gezien de meeste 9,7 kWe-installaties dateren van voor 2018, is het aantal dat in aanmer- king kan komen voor een financiële compensatie beperkt. Voor pocketvergisters die toch in aanmerking komen, heeft het jaar van plaatsing van de digitale meter een grote impact. Hoe later deze plaatsing, hoe lager de premie gelinkt aan eenzelfde installatie. Met name de shift in premie tussen de periode voor en vanaf 2022 is groot. Merk op dat uitbaters die de geplande uitrol van de digitale meter niet afwachten, en dus zelf vroegtijdig een vervanging van hun analoge meter aanvragen bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder, mogelijks een installatiekost zullen moeten betalen. Bij aanvraag tot installatie voor 31 december 2023 wordt de premie dan ook verhoogd met €100.

Om in aanmerking te kunnen komen voor een compensatie, moet aan alle voorwaarden zijn voldaan. Een compensatie kan worden aangevraagd per EAN-nummer en wordt onder meer bepaald door het nominaal elektrisch vermogen dat op 28 februari 2021 op het EAN-nummer was aangesloten. De aanvraag voor in aanmerking komende installaties met een digitale meter dient te gebeuren tussen 1 oktober 2021 en 31 maart 2022. Uitbaters van installaties waar het nog geen digitale meter betreft, kunnen tot 31 december 2025 een aanvraag tot compensatie indienen. Voor de aanvraag geldt wel een maximumperiode van zes maanden na plaatsing van die digitale meter. Indien dergelijke plaatsing wordt geweigerd vanaf 1 januari 2025, zal geen compensatie meer kunnen worden aangevraagd.

Aanvragen kunnen worden ingediend bij Fluvius door aanmelding via een onlineloket. Uitbetaling gebeurt door het VEKA. De verkregen premie moet teruggestort worden indien:

  • niet meer aan de voorwaarden in artikel 7.16.2 (zie BVR) wordt voldaan of
  • de installatie wordt verplaatst naar een ander perceel binnen 15 jaar volgende op de datum van indienstname of
  • de installatie blijft geen 5 jaar meer operationeel.

 

Bekijk hier de antwoorden van het VEKA op veelgestelde vragen over dit topic.

 

Foto: © Tine Vergote

Datum publicatie