eigen_frontfoto

Vlaamse RENURE-derogatie: illusie of realiteit?

Sofie Rombouts, beleidsmedewerker mestbeleid bij de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), zet de feiten op een rij. ‘Cruciaal blijft een Mestactieplan dat de Europese Commissie overtuigt dat de waterkwaliteitsdoelstellingen behaald worden.’

Dag Sofie, RENURE-producten worden op heden nog niet erkend als kunstmeststofvervangers ondanks hun bewezen agronomische waarde en bijdrage aan circulariteit. Hoe komt dit?
Momenteel worden RENURE-producten al gebruikt als meststof, zij het wel binnen de in de Nitraatrichtlijn opgenomen bemestingsnorm van dierlijke mest. Dat biedt al heel wat mogelijkheden in gebruik. Het streven is om deze hoogwaardige producten boven die 170 kilogram dierlijke stikstof per hectare per jaar oordeelkundig te kunnen toepassen. Een aanpassing van de Nitraatrichtlijn is hiervoor nodig, maar vraagt veel tijd. Niet alle lidstaten zijn daar ook voorstander van. Een tussenoplossing is het opstellen van een derogatieverzoek waarbij men een uitzondering aanvraagt op de Nitraatrichtlijn.

VLM zorgde al voor een Vlaams derogatieverzoek in voorbereiding. Wat houdt dit concreet in?
Met dit derogatieverzoek wordt gestaafd waarom mineralenconcentraten en ammoniumzouten, afgeleid van dierlijke mest, een toepassing zouden kunnen krijgen bovenop de dierlijke bemestingsnorm. Voorwaarden voor producent en gebruiker worden daar onder andere in opgenomen. De technische onderbouwing van het dossier, bijvoorbeeld het luik milieu-impact, gebeurt in samenwerking met het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM).

Wie buigt zich dan over dergelijk derogatieverzoek?(c) VCM
Het is de Europese Commissie die beslist over een derogatieverzoek van een lidstaat, na advies van het Nitraatcomité. De Europese Commissie vraagt het Nitraatcomité pas om advies na opstelling van een Mestactieplan (MAP) om de waterkwaliteitsdoelstellingen te behalen én als zij overtuigd is dat het derogatieverzoek geen negatieve milieueffecten met zich meebrengt. Het Nitraatcomité komt vier keer per jaar samen en wordt voorgezeten door de Europese Commissie, maar het zijn de lidstaten die een positief of negatief advies uitbrengen via een gekwalificeerde meerderheid.

Wat houdt VLM tegen om reeds een Vlaams derogatieverzoek in te dienen?
Een derogatieverzoek houdt een uitzondering in op de Nitraatrichtlijn. Daarom is het cruciaal dat de lidstaat die een aanvraag tot derogatie indient, aantoont dat er een MAP voorhanden is dat de nodige maatregelen bevat om de waterkwaliteits- doelstellingen te behalen. Het zesde MAP, dat eind dit jaar afloopt, zal daar niet in slagen zoals uit de metingen tot dusver blijkt. Pas wanneer de Europese Commissie overtuigd is dat MAP 7 de waterkwaliteitsdoelstellingen behaalt, kan er dus met de Europese Commissie overlegd worden over een Vlaamse RENURE-derogatie.

Het is dus niet zeker dat er überhaupt een Vlaams verzoek zal worden ingediend?
Naast Vlaanderen waren aanvankelijk enkel Nederland en Denemarken geïnteresseerd in een RENURE-derogatie gezien de (sterk) aanwezige dierlijke sector. Denemarken gaf al aan geen korte termijn plannen te hebben omdat zij in wezen geen mestoverschot hebben. Nederland finaliseerde vorig jaar haar actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn. Dat actieprogramma zit dus één jaar voor op het onze. Nederland diende recent een derogatieverzoek in voor RENURE-producten bij de Europese Commissie. Dit moet nog voorgelegd worden aan het Nitraatcomité. In de Nederlandse media en uit de brieven aan de Tweede Kamer lezen we dat het overleg over hun klassieke graslandderogatie stroef verloopt. Onder meer op basis van de uitkomst van hun derogatieverzoek zal overwogen worden of een Vlaams derogatieverzoek zinvol is. Cruciaal blijft echter een Mestactieplan dat de Europese Commissie overtuigt dat de waterkwaliteitsdoelstellingen behaald worden.

Het wordt dus wel nog even afwachten om te zien waar het schip strandt. Wat zijn de verwachtingen?
We merken dat het aanvragen van een derogatie steeds moeilijker wordt. Vanuit de circulaire gedachtegang is het te motiveren om het gebruik van kunstmest te verminderen als er hoogwaardige organische meststoffen voorhanden zijn of geproduceerd kunnen worden. Een betere waterkwaliteit is in dit dossier echter de hoofdprioriteit van de Europese Commissie. Aangezien de bijdrage van RENURE-derogatie daarin neutraal is, omdat gedeeltelijke vervanging van het gebruik van stikstofhoudende kunstmest wordt beoogd, is een Mestactieplan nodig dat de waterkwaliteitsdoelstellingen behaalt om het gebruik van deze bemestingsproducten in een derogatie op tafel te kunnen leggen.

Raadpleeg hier het volledige Biogas-E magazine.

Inhoud: © Biogas-E magazine
Foto: © VCM

Datum