eigen_frontfoto

Eerste lesavond van 2014 kreeg veel belangstelling!

lesavond foto

Digestaatverwerking wordt door de vergistingssector al langer als een knelpunt ervaren. De verwerking van het digestaat vertegenwoordigt vaak een groot deel van de investerings- en operationele kost van de vergister. Maar kan het ook anders? Zijn er technieken die uit digestaat een opbrengst kunnen genereren? En wat is de marktwaarde ervan? Het programma van de lesavond op 19 maart in Gent trachtte tegemoet te komen aan deze vragen.

De eerste lesavond van het lessenpakket voor geïnteresseerden uit de biogassector en andere belanghebbenden, georganiseerd door Biogas-E, Inagro en VCM, richtte zich op de mogelijkheden van en de ervaringen met digestaatverwerking.

Henri Elen van het bedrijf Renovia beet de spits af met een toelichting over zijn nieuwe concept voor totaalverwerking van digestaat in een 3-fasig proces met behulp van innovatieve technieken zoals omgekeerde osmose, kristallisatie, pyrolyse in combinatie met vergassing, enz. De vloeibare stromen worden decentraal verwerkt; de gedroogde stromen gaan naar een centrale verwerking.

Jeroen van Bon van Universiteit Wageningen gaf ons inkijk in de mogelijkheden van de extractie van fosfaat uit vaste stromen zoals mest en champost. Deze techniek in ontwikkeling lijkt veelbelovend en kan wellicht ook voor de verwerking van digestaat worden toegepast. VCM volgt alvast de vorderingen van dit onderzoek verder op.

Maar naast deze technologische systemen, kan digestaatverwerking misschien ook met de zwarte soldatenvlieg gebeuren? Filip Wouters van Vives verduidelijkte de toekomstmogelijkheden van de kweek van insecten op mest of digestaat met als doel mestverwerking (reductie volume, stikstof en fosfor) en eiwitproductie voor veevoeder.

Het bedrijf GEA Westfalia heeft al een ruime ervaring met de scheiding van digestaat met decanters. De mogelijkheden, maar ook de knelpunten waar ze in de praktijk mee te maken hebben, werden verhelderend toegelicht.

Ook op de vestiging van Waterleau in Ieper is er al heel wat praktijkervaring met de verwerking van digestaat. Via een full-scale digestaatverwerking produceren zij een N-concentraat, loosbaar water en een K-concentraat. Het N-concentraat heeft het statuut kunstmest en kent makkelijk zijn afzet naar de chemische industrie. Voor het K-concentraat, dat nog steeds als dierlijke mest wordt aanzien, is de afzet veel moeilijker en weinig rendabel.

Waar iedereen uiteraard antwoord op wil krijgen, is of de afzet van digestaat ook een financiële waarde heeft. Loont het de moeite om te investeren in digestaatverwerking? Robin Parduyns van Waterleau haalde aan dat een totale digestaatverwerking enkel nuttig is in het geval dat directe afzet van digestaat naar het land niet mogelijk is (geen nabijgelegen akkerbouw) en verwerking dus een noodzaak is.

Kristof Bol van DLV, als volwaardige vervanger van Ghislain Collin (Agricol), schetste een duidelijk beeld van de afzetmogelijkheden van digestaat in Vlaanderen en op welke manier deze afzet (als dierlijke mest) wordt bemoeilijkt door de huidige wetgeving. Erik Meers van UGent sloot de avond af met een toelichting over de resultaten van de gedane veldproeven met digestaatproducten en de inpassing van digestaat in de huidige bemestingsnormen.

De algemene teneur van de avond was dat de nood aan digestaatverwerking hoog is om de vergistingssector leefbaar te houden, dat de technieken aanwezig zijn, maar dat deze hun rendabiliteit nog moeten bewijzen in de praktijk of dat de wetgeving de uitbouw van digestaatverwerking in Vlaanderen nog in de weg staat.

Met dank aan Emilie Snauwaert voor het verslag.

Datum publicatie
Tags