Afgelopen woensdag organiseerde de European Biogas Association (EBA) een workshop met de nadruk op de rol van biogas in het Europees energielandschap van de toekomst. De vaststelling dat Europa momenteel enkel inzet op de productie van groene stroom en blind blijkt te zijn voor mogelijkheden van groen gas, liep als een rode draad door de verschillende presentaties.
Het eerste deel van de workshop focuste op de nieuwe draft van de nieuwe Europese richtlijn voor hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive RED II). Ruta Baltause, lid van de Europese Commissie, lichtte de belangrijkste veranderingen toe. Europa gaat meer inzetten op decentrale energieopwekking en de opslag van energie, een opportuniteit voor de biogassector. Een opvallende vaststelling was dat de doelstellingen voor de productie van hernieuwbare energie tegen 2030 enkel bindend zullen zijn op Europees niveau en niet meer op het niveau van de lidstaten. De praktische uitwerking hiervan riep heel wat vragen op bij de deelnemers. Hierna volgde een vurig betoog van Claude Turmes, lid van de groene fractie in het Europees Parlement, over de mogelijkheden van biogas. Volgens hem kan biogas voor de productie van elektriciteit niet concurreren met de andere hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon. De toekomst van biogas ligt volgens hem dan ook niet in de productie van groene stroom, maar in de productie van groen gas. De veelzijdige toepassingen van biomethaan en de mogelijke opslag ervan zijn troeven die andere hernieuwbare energiebronnen niet hebben. Bovendien is anaerobe vergisting meer dan enkel energieproductie. Het is een vorm van afvalverwerking waarbij een potentieel kunstmestvervangend restproduct wordt gevormd. Tot zijn grote spijt worden de veelvuldige voordelen van biogas door Europa momenteel niet naar waarde geschat.
Vlak voor de middagpauze presenteerde Daan Peters van ECOFYS een casestudie waarbij op een boerderij naast de gebruikelijke teelten nu ook een winterteelt werd gekweekt om de inputstroom naar de vergistinginstallatie te verhogen. Door de combinatie van de bodembedekking en de afzet van het digestaat op het land, was er zelfs een licht netto positief effect op de bodemvruchtbaarheid en –stabiliteit waar te nemen. De bijdrage van Prof. Dr. Paul Scherer sloot bij dit onderwerp aan door een mogelijke oplossing te bieden voor het beperkte aanbod aan geschikte inputstromen. Hij onderzoekt namelijk het potentieel van stro als grondstof voor biogasinstallaties. De voormiddagsessie werd afgesloten met een mooie case-study bij een suikerfabriek in Hongarije, die hun reststromen gebruiken voor de productie van biomethaan.
Het tweede deel van de dag werd afgetrapt met een projectvoorstelling door Alliander, een Nederlands netwerkbedrijf. Het gasnetwerk in Nederland wordt gekenmerkt door een zeer constante calorische waarde en Wobbe Index (WI). Dit maakt dat ook biomethaan voor injectie aan een nauwe bandbreedte voor deze beide parameters moet voldoen wat technisch uitdagender en ook duurder is. Bij Alliander draaiden ze de redenering om, een constante calorische waarde en WI was geen vereiste meer, wel een boiler bij de mensen thuis die geen problemen heeft met de variatie in de samenstelling en eigenschappen van het gas. Hierdoor daalde de productiekosten voor de biogasinstallatie aanzienlijk. Hier moet wel opgemerkt worden dat er bijkomende investeringen nodig zijn bij de eindgebruiker, en dit in principe ook slechts op lokale schaal kan toegepast worden. Aansluitend volgden twee presentaties over de vergassing van biomassa in Denemarken en Frankrijk.
De laatste sessie van de dag was voorbehouden voor een uiteenzetting over ERGaR (European Renewable Gas Registry). Deze organsiatie wil een betrouwbaar, transparant en onafhankelijk systeem uitwerken voor de distributie van biomethaan via het aardgasnetwerk in Europa. Zo’n systeem is noodzakelijk om een eerlijke handel van biomethaan binnen Europa mogelijk te maken. Een uitgebreide garantie van oorsprong voor biomethaan is een essentieel onderdeel in dit systeem.