eigen_frontfoto

Eindrapport addendum BBT-studie Mestverwerking gepubliceerd

mestverwerking

Het finale eindrapport van het addendum nutriëntenrecuperatie bij de BBT-studie mestverwerking is gepubliceerd. Het addendum bestaat uit een actualisatie van de BBT-evaluatie in de BBT-studie mestverwerking van 2007. Deze evaluatie steunt op een geactualiseerde scoring van de technische haalbaarheid, de milieu-impact en de economische haalbaarheid (BBT-methodologie) van mestverwerkingstrajecten in de Vlaamse context. In dit addendum wordt specifieke aandacht gegeven aan de mogelijkheden voor een beter materiaalhergebruik en betere nutriëntrecuperatie(circulariteit) in deze processen. Het addendum vervangt het hoofdstuk 5 “BBT-evaluatie van mestverwerkingstrajecten” (met uitzondering van het onderdeel 5.4.2. “Kostenhaalbaarheid”) en is een aanvulling van hoofdstuk 6 “Algemene conclusies en aanbevelingen” in de BBT-studie mestverwerking.

Verwerking  van  mest  wordt  in dit  addendum bij de BBT-studiemestverwerking bekeken als  het verlengde van de (intensieve)veehouderij en vaak zelfs fysiek op het veeteeltbedrijf zelf. Onvermijdelijk is er een interactie met andere bedrijfsactiviteiten indien mest verwerkt wordt op een biogasinstallatie. De voorafgaande vergisting wordt als een aanvullende techniek beschouwd, en maakt geen deel uit van dit addendum. 

Vergisting als variant van mestverwerkingstrajecten

In het addendum worden verschillende mestverwerkingstrajecten vergeleken voor de dunne en dikke fractie van mest. Elk traject resulteert in één of meerder mestverwerkingsproducten, die zonder verdere behandeling afzetbaar zijn. Vergisting wordt dus niet behandeld als apart traject, maar als een variant van de trajecten biologie, loosbaar, concentreren, stripping/scrubbing, biothermisch hygiëniseren en thermisch hygiëniseren. Deze varianten worden geëvalueerd in paragraaf 9 van het addendum.

In de praktijk is de vergisting vaak de economisch belangrijke hoofdactiviteit en is de mestverwerking secundair, bv. om deze activiteit in landbouwgebied te kunnen doen. Dit heeft als gevolg dat de technische haalbaarheid, milieuperformantie en kostprijs van deze variant vaak in de praktijk afgewogen wordt vanuit de sector biogas/vergisting. In dit addendum gebeurt de evaluatie echter louter van uit het standpunt “mestverwerking voor de intensieve veehouderij” en deze kan hiervan gevoelig afwijken. Dit is zeker van toepassing voor de varianten van vergisting in combinatie met een biologie.

Evaluatie van de status van de mestverwerkingstrajecten met vergisting als bijkomende techniek
Variant Traject Effect op technische haalbaarheid Effect op milieuperformantie Effect op kostprijs Conclusie
Voorafgaande vergisting Biotermisch hygiëniseren (DiF) Geen Extra hulpstoffen Geen data Geen meerwaarde in de context van mestverwerking in dit addendum.
Voorafgaande vergisting Thermisch hygiëniseren (DiF) Meer praktijkervaring, wordt TRL 9. Door gebruik van biogas van de vergisting als warmtebron voor hygiëniseren even goed als referentietraject. Geen data Wordt BBT.
Voorafgaande vergisting Biologie & Loosbaar (DuF) Minder gunstige N/C balans door de afbraak van C-houdende moleculen door de vergisting en het hierdoor lager organisch stofgehalte (-30%).
Vraagt bijmenging van C-rijke afvalstoffen.
Minder goed door hoger risico op diffuse N-emissie en extra toediening van hulpstoffen.
Mogelijk wel interessant in bepaalde gevallen als bron van hernieuwbare energie, bv. pocketvergisting bij rundveebedrijven.
Hogere kostprijs (ongeveer 30%) door o.a. hoger chemicaliëngebruik. Geen meerwaarde in de context van mestverwerking in dit addendum.
Voorafgaande vergisting Concentreren (DuF) Meer praktijkervaring maar blijft beneden TRL 9. Beter o.a. door gebruik biogas voor verdampers. Geen data Blijft "techniek in opkomst"
Voorafgaande vergisting Stripping/Scrubbing (DuF) Veel meer ervaring met digestaat dan met dunne mest, gunstiger door beschikbaarheid van warmte, hogere pH en mineralisering N Energetisch gunstiger door gebruik van warmte uit vergisters. Problemen afzet van ammoniumzouten en N-verarmde mest blijven, kostprijs blijft hoog. Blijft "techniek in opkomst".

DiF: dikke fractie mest // DuF: dunne fractie mest

Conclusies

Voor de verwerking van dikke mest in de veeteeltsector zijn volgende trajecten BBT:

  • Biothermisch hygiëniseren
  • Thermisch hygiëniseren, enkel bij voorafgaand vergisten en/of gebruik van hernieuwbare warmtebronnen
  • Hygiëniseren door bekalken
  • Export zonder behandeling

Voor de verwerking van dikke mest in de veeteeltsector zijn volgende trajecten "technieken in opkomst":

  • Scheiding in een P- en C-rijke fractie

Voor de verwerking van dunne mest in de veeteeltsector zijn volgende trajecten BBT:

  • Biologische nitrificatie/denitrificatie met gebruik van slib als meststof of mee verwerkt met de dikke fractie en uitrijden van de N-verarmde mest in Vlaanderen
  • Biologische nitrificatie/denitrificatie gevolgd door of FeCl3-precipitatie & rietvelden/“constructed wetlands”, of membraanfiltratie of indampen; de slibfracties en concentraten worden gebruikt als meststof of mee verwerkt met de dikke fractie; het gezuiverd effluent wordt geloosd of gebruikt als proceswater of irrigatiewater op het landbouwbedrijf.

In het voorliggend kader (veeteeltsector, mestverwerking) heeft het geen toegevoegde waarde om deze twee trajecten te laten voorafgaan door een mestvergistingsstap. Dit doet uiteraard geen afbreuk aan de waarde van vergisting in andere sectoren (bv. co-vergisting/biogassector), processen of trajecten.

Voor de verwerking van dunne mest in de veeteeltsector zijn volgende trajecten "technieken in opkomst":

  • Concentreren
  • Stripping/scrubbing
  • Scheiding in P-rijke en N-rijke fractie

Bovenstaande trajecten kunnen gecombineerd worden met een voorafgaande vergisting, waardoor ze zelfs beter scoren bij de BBT-evaluatie (concentreren en stripping/scrubbing).

Het volledige addendum is te raadplegen op de site van emis.vito.

bron: www.emis.vito.be

foto: © Biogas-E

 

Datum publicatie