eigen_frontfoto

Alternatieve inputs en outputs

lesavond

Voor verslag: Bram Vervisch, Anke De Dobbelaere (Inagro)

De derde lesavond van de biogascursusreeks 2014 georganiseerd door Biogas-E, VCM en Inagro kon ook op 8 oktober een 38-tal inschrijvers bekoren. De cursus stak meteen van wal met de resultaten van de rondvraag van Biogas-E naar onderzoeksprioriteiten. Biogas-E deed een bevraging bij een breed scala aan actoren: zowel uitbaters van biogasinstallaties, consultancy van de biogassector, toeleveranciers, kenniscentra als beleidsmedewerkers deden mee. Deze enquête heeft aangetoond dat het onderzoek rond biogas zich de komende tijd dient te concentreren op duurzame recuperatie van het digestaat, kleinschalige vergisting en aanboring van nieuwe biomassastromen. Met deze derde cursusreeks zaten we dus meteen in de goede richting. Hieronder kan u een kort relaas van de verschillende presentaties terugvinden.

Alternatieve biomassa voor vergisting – Inagro VZW

Er is in Vlaanderen een groot potentieel aan onbenutte stromen uit de landbouw. De voornaamste zijn: mest en oogstresten, waarvan bij deze laatste korrelmaïs met ruim de helft het leeuwendeel inneemt. Op vandaag wordt minder dan 3% van de mest vergist, bovendien gaat mestopslag met heel wat broeikasgasemissies gepaard. Het probleem bij oogstresten is dan weer dat er nog geen keten ontwikkeld is om deze nevenstromen te oogsten en verder te valoriseren. Binnen het Interreg IVb-project ARBOR kwam Inagro in aanraking met heel wat van deze zowel technische, economische als ecologische uitdagingen bij valorisatie van deze stromen. Binnen dit project trachten zij na een kwantificering van het biomassapotentieel ook technisch haalbare hands-on oplossingen te zoeken om deze alternatieve biomassa in de (nabije) toekomst te kunnen valoriseren.

Waarin schuilt het biogaspotentiaal? – Innolab

Als zaakvoerder van Innolab bracht Bernard Willems de aanwezigen in een boeiende uiteenzetting bij wat in biomassa kan aanzien worden als vergistbare materie. Daaraan gekoppeld deelde hij zijn inzichten over de inhiberende factoren op het biogaspotentieel. Zwavel, stikstof, een hoge DS-gehalte en waterstofgas, zijn daarvan een aantal cruciale parameters die het biogaspotentieel omlaag durven helpen. Het toepassen van voorbehandelingstechnieken kan deze belemmeringen voorkomen. Deze kunnen enzymatisch, mechanisch, hydrolytisch zijn, waarbij men uiteraard oog dient te hebben voor de meerkost van het uitvoeren van deze behandeling. Vervolgens gaf Bernard nog tips mee m.b.t. de efficiëntie van de vergistingsreactor, hoe problemen te detecteren in de tank en hoe de biogasproductie te verhogen.

Vergisting van berm- en natuurgras – BiogasTec

BiogasTec heeft de laatste jaren ervaring opgedaan in het maaien en vergisten van berm- en natuurgras als alternatief voor de klassieke inputstromen (mest, OBA en maïs). Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 30 000 ton gras per jaar verwerkt wordt via compostering, terwijl er ongeveer 200 000 ton maaisel beschikbaar is. Er zijn dus nog grote kansen mogelijk. Het biogaspotentieel van dit maaisel varieert sterk en hangt af van de opslag, weersomstandigheden, tijdstip van maaien en een wisselende inerte fractie. Via een test op pilootschaal bij GSL (Halle) met 200 ton bermgras werd de praktische kant van het vergisten van bermgras getest. Daarvoor werd een reinigingsinstallatie van VDE NV gekoppeld aan de vergister. Het zwerfvuil werd handmatig aan een band er uit gehaald, gevolgd door een natte wassing. De belangrijkste bevinding volgens Wouter Platteau is dat enkel bermgras vergisten niet mogelijk lijkt, bijmenging wel. In een natte vergisting kan tot 10% toegevoegd worden en in droge vergisting 25%.

Biomethaan: stand van zaken – Biogas-E

De werkgroep biomethaan werd in 2013 opgericht met stakeholders uit de bedrijfswereld en kenniscentra. In januari 2014 bracht deze een eerste versie van een adviestekst uit, getiteld: “biomethaanpotentieel voor Vlaanderen”. Deze beschrijft de afzetmogelijkheden en enkele cases over ervaringen met biomethaan. Véronique De Geest ging vervolgens ook kort nog even in op de verschillende technieken die voorhanden zijn om biogas op te zuiveren. De knelpunten in Vlaanderen zijn naast een aantal economische uitdagingen echter vooral van beleidsmatige en juridische aard. Op dit ogenblik ontbreekt er vooral een kader voor biomethaan: de term bestaat officieel nog niet in Vlaanderen, er moeten voorwaarden geschept worden voor veilige aansluiting en injectie en ook biogasleidingen moeten nog ‘uitgerold’ worden.

Onderzoek en beleid: Bemesting met digestaat en afgeleiden – VCM & Inagro

De huidige situatie op vlak van bemesting bevat een paradox. Enerzijds dwingt het beleid de landbouwer om nutriënten te verwijderen via mestverwerking. Anderzijds neemt de totale vraag naar nutriënten uit kunstmest in de landbouw toe. Beide processen vragen daarenboven heel wat energie. Om deze paradox van de baan te helpen, moet ingezet worden op het cradle-to-cradle principe waarbij de nutriëntenkringloop gesloten wordt. Omdat de wetgeving deze lijnen uitstippelt is het noodzakelijk om onduidelijkheden op vlak van ecologische en economische voorwaarden te onderzoeken. Om dit te duiden zijn er veldproeven uitgevoerd met de verschillende biogebaseerde producten: waaronder: mineralenconcentraten, dunne fractie (ook van digestaat) en spuiwater. De resultaten van de voorbije drie jaar geven alvast veelbelovende resultaten. Dit jaar zullen Inagro en Universiteit zien of dit in de huidige proeven ook kan worden bevestigd. Ook in de toekomst zijn nog verdere veldproeven gepland. Hiervoor gaat Inagro ook op zoek naar producten afkomstig uit de opwerkingssector. Aanbieders van deze afgeleide producten kunnen dit laten weten aan Inagro.

Praktijkvoorbeeld: Ecobag – Arjan Prinsen

Als uitbater van een eigen pocketvergister op mest en natuurgras bracht Arjan Prinsen aan de hand van fotomateriaal een boeiende getuigenis over de opbouw en het concept van zijn pocketvergister: de ecobag. Uit twee jaar ervaring met deze vergister is gebleken dat het een goed systeem is met heel wat mogelijkheden. Voor een efficiënte werking is volgens hem een bedrijf nodig met 150 koeien, om zo voldoende verse mest aan te kunnen leveren. Het toevoegen van co-producten, zoals gras, leidt tot extra arbeid, maar ook tot extra energie. Groot Zevert Vergisting, het bedrijf waar Arjan werkt, bezit zelf ook een tankstation met CNG waar groen gas kan getankt worden. Zo bracht hij de aanwezigen ook iets bij over hoe men in Nederland met biomethaan omgaat.

Tijdens de netwerkreceptie wisselden de aanwezigen nog even van gedachten over de ervaringen die zij in hun werkveld opdeden. Eén van de boodschappen die ons hieruit zal bijblijven is dat er al heel veel onderzoek is gebeurd, maar dat de kennis zeer versnipperd is. Samenwerking met bedrijven en informatie-uitwisseling binnen de sector over de onderzoeksprioriteiten (ook over de landsgrenzen heen) is iets waar we de komende jaren dan ook hard op moeten inzetten.

Datum publicatie
Tags