Definitief OT-rapport voor nieuwe biogasprojecten vanaf 2026
Het VEKA publiceerde het definitieve rapport dat de onrendabele toppen en bandingfactoren berekent voor nieuwe biogasprojecten met een startdatum vanaf 1 januari 2026. Deze twee begrippen staan centraal in de huidige ondersteuningsmechanismen voor hernieuwbare energiebronnen, en bepalen mee het aantal certificaten dat een installatie krijgt voor de productie van groene energie (meer informatie).

De onrendabele toppen voor WKK’s op biogas zijn toegenomen t.o.v. het definitieve VEKA-rapport 2024. Enkel voor installaties > 5 MWe strandt de bandingfactor onder de maximale waarde van 1. Meer specifiek bedraagt de bandingfactor respectievelijk 0,851 en 0,771 voor dergelijke nieuwe en ingrijpend gewijzigde agro-industriële WKKs op biogas, wat merkbaar hoger is dan in het vorige rapport.
De onrendabele toppen voor groene stroom uit biogas nemen af t.o.v. vorig jaar, met uitzondering van de GFT-installaties waar een duidelijke stijging optreedt. De daling bij agro-industriële installaties kan gedeeltelijk toegekend worden aan de toegenomen bandingfactor voor WKC’s. Enkel voor installaties > 5 MWe is de bandingfactor lager dan de maximale waarde, zijnde 0,41. Voor de andere projectcategorieën wordt aftopping op 0,56 doorgevoerd.
De hogere bandingfactor voor WKC t.o.v. 2024 kan hoofdzakelijk toegewezen worden aan de terug dalende marktwaarde voor de vermeden primaire brandstof (PPBW) en dus opbrengst voor warmte. Daarnaast dalen ook de opbrengsten bij de verkoop van elektriciteit en de vermeden kost bij zelfafname (enkel van toepassing bij GFT-installaties).
Biogas-E leverde tijdens de periode van stakeholderoverleg opmerkingen aan rond de voorgestelde waarden. De antwoorden van het VEKA op die opmerkingen en het definitieve rapport kunnen hieronder geraadpleegd worden.
De consultatie voor deel 3 van het OT-rapport (evaluatie en doelstellingen) volgt normaal in september.
Foto: © Pixabay